top of page
Search

7 tips om krachtig over te komen en te bereiken wat je wilt

Regelmatig verbaas ik me over de slimme, creatieve en krachtige vrouwen die ik tegenkom. Zoveel capaciteiten en ze worden niet altijd gezien of gehoord. Hoe kan dit? En wat kan je zelf doen om meer gehoord te worden? Taal is een wezenlijk onderdeel van je communicatie. Je gesproken taal beïnvloedt de ander. Je non-verbale communicatie nog meer, hiervoor deel ik in een volgende blog tips om krachtiger over te komen.





1. Twijfeltaal

In je taalgebruik zijn er meerdere dingen die je kan doen om krachtiger over te komen. Veel mensen gebruiken twijfeltaal. Een voorbeeld hiervan is proberen. Proberen is echter niets. Toen mijn man en ik graag kinderen wilden, zaten we op de bank en zeiden: we zijn hard aan het proberen he. Wat we beter konden doen, is het gaan doen. Wanneer een coachee tegen mij zegt: ik ga proberen dit anders te doen, ontstaat er bij mij de gedachte: dan gaat het niet lukken. Je geeft jezelf nl een excuus om te falen, want je hebt het toch al geprobeerd? Bijv: vanaf morgen ga ik proberen nee te zeggen tegen mijn baas wanneer hij vraagt of ik kan overwerken. Vervang het woord proberen door een actief werkwoord en maak het concreet. Dus: vanaf morgen 10.00 uur zeg ik nee tegen mijn baas wanneer hij vraagt of ik wil overwerken.


Andere twijfeltaal is ‘in principe’. In principe kan ik dat wel voor je doen. Is het dan ja of nee? Ook in principe is vaag.


2. Verkleinwoorden

Vrouwen gebruiken vaak verkleinwoordjes. Dat komt lief en aardig over. En ik kan een 40 jarige niet serieus nemen die vanavond haar kindjes uit de opvang gaat halen om een lekker maaltje voor haar mannetje te koken en daarna een wijntje gaat drinken met vriendinnetjes.


3. Iets juist groter maken dan dat het is

Soms hoor ik coachees zeggen: dat is zo moeilijk. Of: nee het is te lastig. Als je denkt dat iets moeilijk of lastig is, dan wordt dat je waarheid. Een vraag die je aan jezelf kan stellen is: wat is de eerste stap die ik kan zetten om dichter bij mijn doel te komen?


4. Vervang ‘ik moet’ door ‘ik wil’ of ‘ik ga’

Je moet een heleboel in het leven. Wanneer je niet eet ga je dood. Wanneer je niet naar de wc gaat, heb je een stinkende broek. Voor bijna alle andere zaken in je leven heb je een keuze. Een tijd geleden coachte ik een man die wilde werken aan de beeldvorming die over hem ontstaan was. Collega’s en leidinggevende gaven aan dat hij vaak als sub-assertief en verstorend werd ervaren: hij zei wel dat hij mee wilde in veranderingen maar liet het niet zien. Tijdens de intake viel het me op dat hij vaak de zin gebruikte: ik moet of ik word geacht om. Dit klinkt alsof hij zelf weinig invloed op hebt en ook alsof hij er een negatieve mening over heeft. Benoem dat dan. En vervang ‘ik moet dit morgen om 10.00 uur opleveren’ door ‘ik ga dit morgen om 10.00 uur opleveren dus ik kan niet bij de vergadering zijn.


5. Maak onderscheid tussen je mening en je vraag

Een vraag stellen en die eindigen met toch, komt niet erg overtuigend over, toch? Veel mensen geven hun mening via een vraag. Vanuit de gedachte dat dit overkomt als vriendelijker en openstaand voor andermans mening. Het is eerlijk om gewoon je mening te geven wanneer je deze hebt. En wanneer je je mening wilt toetsen, doe je dat dus ook. Toen ik de vraag kreeg: je hebt best een grote buik voor 8 maanden zwanger, toch? Was mijn reactie: Wat denk jij?


Ik krijg in trainingen regelmatig de vraag: is het niet zo dat..? Deze vraag is onmogelijk om antwoord op te geven. Is het niet zo dat jij een blauwe trui aan hebt? Is het antwoord dan: nee dat is niet zo, hij is zwart. Of: ja dat is idd niet zo, hij is zwart.


6. Praat vanuit ik

Wanneer je een stelling deponeert of je mening geeft vanuit je of andere algemene taal, komt dit vaag over. Wanneer je tegen je leidinggevende zegt: mensen vinden het fijn om waardering dmv een salarisverhoging te krijgen, zal het effect klein zijn. Wanneer je zegt: ik vind het fijn om waardering dmv een salarisverhoging te krijgen, welke opties zijn er?, is de kans groot dat je in gesprek gaat.


7. Ik denk of ik vind

Vrouwen gebruiken vaak het zachtere ‘ik denk’, wanneer ze hun mening geven. Vervang ik denk door: ik vind of ik ben van mening dat. Ook in een relatie: wanneer je wilt dat je man het huis stofzuigt, kan je vragen of hij vanavond wil stofzuigen. Wanneer je echter zegt: kan jij vanavond stofzuigen, heeft dat kleine woord al veel effect.


Luister vandaag naar de gesprekken om je heen en ontdek welke woorden jij en anderen gebruiken die je kan vervangen door krachtiger taalgebruik. Wat valt je op? Welke uitdrukkingen zijn typisch iets voor jou?

コメント


bottom of page